Eerste Zeeuwse oesters van seizoen boven water gehaald
Onderzoekers boeken resultaat in strijd tegen Japanse roofslak
In de Oosterschelde zijn vandaag de eerste oesters van het nieuwe seizoen opgevist. Liefhebbers kunnen vanaf nu weer volop genieten van de exclusieve Zeeuwse platte oester en de meer gangbare creuse. Het gaat de oesters overigens voor de wind, met vooral millennials die ze erg graag lusten. De Zeeuwse oesterkwekers moeten er wel alles aan doen om voldoende oesterlarfjes in te vangen en te helpen overleven. Want de Japanse oesterboorder, een roofslak uit Azië, is hen steeds te slim af. Samen met Nederlandse onderzoekers worden in de praktijk systemen getest om dat te verhelpen.
Nieuwe systemen voor invang van oesterbroed
Op oesterkweekpercelen in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer worden bedden met mosselschelpen gecreëerd om oesterbroed te vangen. Sinds de komst van de nieuwe natuurlijke vijand, de Japanse oesterboorder, is de sterfte groot en staat de opbrengst onder druk.
Samen met onderzoekers van de aquacultuurgroep HZ University of Applied Sciences worden nu systemen getest die hoger in de waterkolom de oesterlarfjes de kans geven om zich aan hard, kalkrijk materiaal te hechten. Testen met sokken met mosselschelpen en staande stangen met gekalkte schoteltjes – zogenaamde coupels, systemen die in Frankrijk succesvol worden gebruikt – laten veelbelovende resultaten zien. De roofslak, die op de bodem leeft, kan hier niet bij komen.
Oesterkweker Hans Nelis licht het begin van de biologische cyclus toe. “Oesterkweek begint bij het invangen van eitjes of larfjes (oesterbroed) op harde, kalkrijke materie. Generaties voor ons gebruikten gekalkte dakpannen en nu hergebruiken wij hiervoor mosselschelpen. Het is restmateriaal uit de kokerijen. In elke Zeeuwse oesterschelp is een stukje mosselschelp terug te vinden.”
Uitdagingen voor de oestersector
Onderzoeker Eva Hartog van HZ University of Applied Sciences: “De alternatieve manieren van invang die wij nu testen, laten bemoedigende resultaten zien. Door off-bottom te werken, is er minder sterfte door oesterboorders. Hoger in de waterkolom is er ook beter voedsel voor de oesters aanwezig.” Overigens is er nog een lange weg te gaan met regelgeving en vergunningen. Voor oesterkwekers betekent het daarnaast een investering in materiaal en arbeidsuren.
Voorzitter van de Nederlandse Oestervereniging, Kees van Beveren, benadrukt de noodzaak voor innovaties in de oesterkweek. “Wij hebben een uniek Zeeuws product met een goed imago en een gezonde afzet. Het eten van oesters wordt ook steeds hipper, vooral onder millennials. De kweek is wel uitdagend en verschilt per gebied. Zo valt er in het Grevelingenmeer – goed voor een kwart van het productieareaal – geen oesterbroed meer vanwege de veranderde waterkwaliteit.”
Sterrenchef Jeroen Achtien aan het werk
Topchef Jeroen Achtien (Michelin**), die vorig jaar samen met zijn vrouw Sanne eigenaar werd van het gerenommeerde restaurant Inter Scaldes, is lovend over de smaak en mogelijkheden van de Zeeuwse oester.
Wist je dat…
… je optimaal van een oester kan genieten door overtollig water uit de schelp te laten lopen, de oester naar binnen te laten glijden en er op te kauwen zodat de zoete smaak vrijkomt?
… er twee soorten Zeeuwse oesters in Nederland gekweekt worden? Er zijn de platte Zeeuwse oesters en de holle, ook wel creuses genaamd. De productiegebieden liggen allemaal in Zeeland, in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer. De productie van exclusieve platte oesters bedraagt 1,5 tot 2 miljoen stuks, die van de toegankelijkere creuses ligt aanzienlijk hoger met 15 tot 20 miljoen stuks.
… Nederland precies 29 oesterkwekers telt?
… het oesterseizoen acht maanden duurt? Van september tot april, of de maanden met een ‘r’ in. In het Frans heten oesters niet voor niets ‘huîtres’.
Voor meer informatie
Marie Piton I RCA I marie.piton@rca.be I +32 473 23 82 78
Yannick Speelmans I RCA I yannick@rca.be I +32 497 660 886